Bomen zijn lichtvangers. Het stofje chlorofyl (chloros = kleur en φυλλον = blad) ofwel bladgroen is het biologische pigment in bladeren. Chlorofyl zorgt ervoor dat een plant energie uit zonlicht kan opvangen en deze kan omzetten in suiker, terwijl het kooldioxide (CO2)opneemt.
Maar er zijn nog drie stoffen in het blad die de kleur doen veranderen. Xanthofyl (geel) carotenoïde (oranje) en anthocyanide (rood en paars), zoals duidelijk is op deze foto.
Als de dagen korter worden en afkoelen dan neemt chlorofyl een stapje terug terwijl bomen en planten zich op de winter voorbereiden. Dan worden de overige pigmenten zichtbaar. Uiteindelijk vallen de bladeren op de grond en vormen ze weer een vruchtbare bodem voor nieuw leven. Terwijl de boom haar energie bewaart voor het volgende groeiseizoen.